Redactie: Benedict Wydooghe
In Lichtervelde is er een Vandepoelelaan en een gedenkplaat in de Statiestraat. De scoutsjongens en de heemkring noemen zich naar Karel Van de Poele. Wie was de man die de Vlaamse Edison genoemd wordt? Waarom heet een lokaal van de kring ‘Den Trolley’?
Karel Van de Poele (Lichtervelde, 27 april 1846 - Lynn (Massachusetts), Verenigde Staten, 18 maart 1892) was uitvinder van de elektrische tram en concurrent van Thomas Edison. Van de Poele vroeg vanaf 1881 patenten voor elektrische uitvindingen aan, zo'n 444 in totaal. Hij kreeg er 243 toegekend tot in 1894, twee jaar na zijn dood. Naast patenten op de elektrische tram en elektrische trein nam hij er ondermeer op spoorwegwissels, verlichting, generatoren, motoren, elektrische- en elektromagnetische pompen, kabelbaansystemen, batterijen, elektrische hamers en steenboren, remmen, mijnbouwmachines, verbeteringen in het Telphersysteem en een verdeelsysteem voor elektriciteit.
Geboren in 't Hol
Van de Poele is geboren in de Statiestraat, in de wijk 't Hol. Zijn vader is Pieter Van de Poele, zijn moeder is Maria-Theresia Algoet. In die dagen legt men de spoorweg Brugge-Kortrijk aan. Vader is er meestergast-mechanica.1 Drie maanden na zijn geboorte verhuist het gezin naar Brugge. In 1854 vinden we de familie in Poperinge waar Karel school loopt in het Sint-Stanislascollege. In 1861 zou hij er voor het eerst licht geproduceerd hebben met een batterij. Hij is geen uitblinker, maar een werker met belangstelling. Als de telegraaflijn van Brugge naar Poperinge wordt uitgebouwd, is Van de Poele als kind erg geïnteresseerd.
Als knaap verliest hij zijn moeder en vader hertrouwt met een Brugse. In 1864 trekt het gezin naar Rijsel omdat vader er meubelmaker wordt. Karel experimenteert met licht en elektriciteit en volgt technische avondles. Niettemin treedt hij in de voetsporen van zijn vader als meubelmaker. Overdag sculpteert hij, 's nachts studeert hij. Zijn mini-labo verstopt hij voor zijn vader onder de plankenvloer op zijn kamer. In 1869 emigreert hij (weeral tegen de zin van zijn vader) naar Amerika.2 In de 19de eeuw doen 140.000 landgenoten hetzelfde. Ook de nobelprijswinner Albert Claude en Leo Baekeland zochten hun geluk in de nieuwe wereld. Met steun van een tante uit Antwerpen trekt Van de Poele naar Detroit. Hij houdt een band met Lichtervelde via zijn briefwisseling met tante Sophie, de echtgenote van een zekere Dejaeghere.
Kerkmeubelen
Detroit is de ideale habitat voor Van de Poele. De honderden autoproducenten geven de stad de bijnaam 'Motor City'. Daarnaast is er een rijke Vlaamse kolonie, met een eigen Belgische kerk en de Vlaamse krant, de gazette van Detroit. In de innovatieve stad experimenteert hij verder met elektriciteit en licht terwijl hij als artistiek kerkmeubelmaker biechtstoelen en religieuze beelden maakt. In 1870 huwt hij de Nederlandse Ada Mina Van Hoogstraeten met wie hij negen kinderen krijgt. Vier ervan overlijden voortijdig.
In 1874, tijdens een experiment met elektrische generatoren en motoren komt het bij hem op dat treinen en auto's kunnen rijden op elektriciteit. De scepsis van zijn medewerkers is groot, maar binnen het decennium zal zijn voorspelling waarheid worden.
Bij priester Bleyenberg, pastoor aan de Heilige Geestkerk volgt hij wiskunde. In die kerk doet hij op Kerstmis 1875 een elektrisch lampje branden en zo is hij sneller dan Thomas Alva Edison. In 1877 is vader Van de Poele in Detroit. Hij neemt de fabriek van zijn zoon met de tweehonderd werknemers over en Karel houdt het meubelmaken voor bekeken. Hij stort zich professioneel op de ontwikkeling van elektriciteit en een jaar later is hij Amerikaans staatburger.
Van de Poele Electric Light Company
In juli 1879 demonstreert hij publiekelijk zijn verbeterde booglamplicht met de verlichting van het Adam Forepaugh's Circus. In 'The Detroit News' van 20 maart 1880 verschijnt een bijdrage over zijn licht. Hij sticht in 1881 de Van de Poele Electric Light Company, vervaardigt dynamo's en generatoren en concurreert met Edison in de zoektocht naar het te commercialiseren elektrisch licht.
'Prachtvol licht'
In die dagen worden woningen van welgestelden verlicht met gas. Dat stinkt, vormt een gezondheidsrisico en zorgt voor roetneerslag. Veel uitvinders denken over elektriciteit als verlichting en voor de aandrijving van toestellen. Zo ook Van de Poele. Hij begrijpt dat je voor een gloeilamp een vacuüm nodig hebt, zodat de gloeidraad niet verbrandt. In die dagen schrijft hij naar zijn familie in Lichtervelde.
"Gij zult reeds vernomen hebben dat ik het meubelmaken gansch opgegeven heb en dat ik mijn aan anders niets toeleg dan aan electirciteit. Het spijt mij maar, dat ik het niet vroeger doorgezet heb; maar vader en al mijn vrienden ware ner immer tegen tot den laatsten oogenblik, als ik gezegd heb: ik wil! Ik heb dan zeer lang en hard geworcht en werk nog dag en nacht, wat er is nog nergens geen volmaakt electrisch licht. Niettegenstaande, ik mag zeggen dat ik een prachtvol licht heb."
Van de Poele kiest het procédé van de booglamp terwijl Edison de gloeilamp ontwikkelt. Edison zou het pleit winnen. Niettemin maakte Van de Poele gloeilampen. Op de website Early Incandescent Lamp staat zijn lamp in de categorie 'some Not-So-Well-Known Lamps'.3
De elektrische tram
Intussen experimenteert hij met de elektrische tractie op een spoorlijn in Hamtranck in Michigan. De elektrische aandrijving van 'straatkarren', zoals de paardentram heet, is er voorwerp van gesprek. Omdat hij weinig gehoor en medewerking vind, trekt hij naar Illinois, Chicago in 1880. Begin 1883 demonstreert hij de elektrische tram. Op een spoor van 400 voet en een 5% helling naar het midden toe, rijdt een 3PK tram met 25 personen. De kou vereist isolatie van de stroomkabels. De generator draait in een belendend gebouw. Twee bovengrondse draden brengen de stroom negatief over op de rails en politief op de geïsoleerde koperdraad. De stroomgenerator regelt de snelheid. De tram rijdt voor- en achterwaards en dat drukt alle eerdere kritiek de kop in. In die tijd zijn er dagelijks demonstraties met een massa passagiers. Van de Poele overtuigde zo het nut van zijn uitvindiging. Op 2 oktober 1883 verwerft hij het patent op de "elektrieke tram" onder het nummer 424,695. Hiermee is hij de eerste met een commerciële elektrische tram.4
In dat jaar is er een demonstratie op de grote tentoonstelling in Chicao en in 1884 rijdt een Van de Poeletram op de tentoonstelling in Toronto in Canada. In 1886 presenteert hij de Scranon Suburban Elektric Railway car No. 4 (foto). Een jaar later rijdt het tramstel in 13 steden en in 1888 in 20 steden. Naar tante Sophie schrijft hij:
Ik denk dikwijls, dat wij elkander niet meer zouden (h)erkennen, kwamen wij ons te ontmoeten, want in 20 jaar moeten wij allen zeer verouderd zijn! Maar God zij dank, met veel angst en hard werk ben ik toch gestadig vooruit gegaan. Het electric light is eene machte affaire en nu dat ik groot succes gemaakt heb met den electrischen ijerweg - tramway - kwam er zoveel werk in, dat wij het niet konden doen: het zou wel een half millioen dollar genomen hebben om door te zetten, zoo het moest zijn. Mr Stiles dacht dan dat het beter zou zijn mijn brevet van den electrischen ijzerweg te verkoopen en dan zou hij den electrischen lichtatelier laten meesteren van zijn zonen. Daar was ik zeer tevreden over, want alzoo zou ik de gelegenhied hebben van met de grootste en rijkste company van Amerika te gaan, en dus zeker zijn van succes. Mr Stiles zou de negen tienden hebben van de winsten en ik een tiende… Ik kan u verzekeren dat wij het goed stellen. Ik verlang om u eens te zien en u alles te vertellen. Het hoofdbreken dat ik deze laatste 20 jaren heb gehad, is niet te beschrijven, maar ik gevoel er mij niet slechter om. Als ik te veel verveeld ben, om de boog wat te ontspannen, neem ik een glas bier en maak ik wat verzet. Ik heb ook zeer veel groote reizen te doen en bijan gans Amerika doorreisd. Wij werken voor verre en naar, zelfs voor Zuid-Amerika, China en Japonie. Vader woont bij Romanie en ikzend hun maandelijks 275 Fr… Nu kan hij zich wat uitrusten, hij heeft genoeg gewerkt in zijn leven! Dat is het wat mij immer hier houdt en belet van af te komen. Ik hoop nogthans dat ik 't naarste jaar de kans zal hebben van eens weg te gaan of wel ik zal ze nemen!
In 1889 verkoopt hij zijn bedrijf aan de Thomson-Houston Electric Company uit Lynn bij Boston. Voortaan legt hij zich toe op ontwikkeling en onderzoek. In 1890 neemt Van de Poele een patent op de 'trolleycar'. De auteur George Herbert Stockbridge schrijft even later, in 1891, net voor zijn dood: "It is probably only just to Mr. Van Depoele to say that he is entitled to more credit than any other one man for the exploitation of electricity as a motive power." In die tijd bereid hij de wereldtentoonstelling van Chicago voor als hij, tijdens een demonstratie een gecompliceerde verkoudheid krijgt. Van de Poele overlijdt in Lynn, Massachusetts op 18 maart 1892, totaal overwerkt, doodgewerkt. Hij is 46. Vrienden en kennissen ontvangen zijn overlijdensbericht met verbazing. Zijn weduwe schenkt een borstbeeld aan de stad Lynn. Het staat in de inkomhal van de plaatselijke bibliotheek.
'De veldbloem'
Dat Van de Poele niet vergeten is in Lichtervelde is te danken aan onderpastoor Achiel Six die in 1912 - twintig jaar na zijn dood en net voor de Eerste Wereldoorlog - artikels publiceert in het plaatselijk weekblad ‘De Veldbloem’. Karels brieven gingen verloren in WOI, maar de publicatie in 1912 redde ze van de vergetelheid. Daarnaast organiseert Cleophas Sintobin op 14 juli 1946 een herdenking. Die kent weerklank in heel België dankzij de pers. De gedenkplaat aan het geboortehuis wordt dan ingehuldigd in aanwezigheid van kleindochter Prudence Wogan. In 1983 brengt de Belgische post een speciale postzegel in omloop. De afstempeling lokte veel belangstellenden naar de postzegeltentoonstelling.
In 2001 wordt de Charles J.Van Depoele Library and Archives opgericht, in het Electric City Trolley Museum in Scranton (Pennsylvania). Duizenden documenten zijn er te vinden over de eerste trolleys en de electrische spoorweg.
In 2004 werd Van de Poele even genomineerd op de long-list als Belg der Belgen in de categorie 'uitvinders, wetenschappers en ontdekkers'. De andere genomineerden waren Leo Hendrik Baekeland, Jules Bordet, Robert Caillau, Albert Claude, Adrien De Gerlache, Edward De Smedt, Dirk Frimout, Zénobe Gramme, Georges Lemaître, Jean Joseph Etienne Lenoir, Jean Neuhaus, Peter Piot, Joseph Plateau, Ilya Prigogine en Adolphe Sax.
Meer info
Wie meer info wil verwijzen we naar de beroemde Belgensite en de wikipediapagina onderhouden door de heemkring of naar deze literatuur:
- Google Patents zoekt in tekst en afbeeldingen van Amerikaanse patenten sinds 1790, een schat voor wat betreft Karel Van de Poele, te vinden is onder Charels Van Depoele.
- DE MOOR DIRK. Het brein van België. Belgen die de grenzen van de wetenschap en techniek hebben verlegd. Lannoo, Tielt, 2005, p. 82-83.
- GODDEERIS J. & HOUHAEVE R. Flandria Americana. Een studie van Vlaamse emigranten naar het Amerikaanse Continent, Familia et Patria, Kortemark, 1983.
- HAEGHEBAERT LUC. Heemkunde en plaatselijke geschiedenis te Lichtervelde. In: Kroniek van Lichtervelde in de Twintigste Eeuw, 16e jaarboek, Heemkundige Kring, Lichtervelde, 2000, p. 475-479.
- HOUTHAEVE ROBERT. Karel Van de Poele, groot Lichterveldenaar! In: Eerste jaarboek van de heemkundige kring Karel Van de Poele, 1985, Lichtervelde, p. 63-66.
- LIPPENS RONNY. Karel van de Poele (1846-1892), schets van een nijver uitvinder. Heemkundige Kring Karel Van de Poele, Lichtervelde, 1992.
- STOKROOS MEINDERT. Verwarmen en verlichten in de negentiende eeuw. Walburg Pers, Zutphen, 2001.
- VAN DULKEN STEPHEN. Patenten op de 19e eeuw. Veen, Diemen, 2003, p. 60.